Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·de·le·ga·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsdelegatie handelsdelegaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de handelsdelegatiev

  1. groep mensen die probeert de handel met een bepaald land te bevorderen
     Een belangrijk deel van het staatsbezoek staat in teken van de economische banden tussen de landen. Er reist ook een handelsdelegatie mee, met de top van het Nederlandse bedrijfsleven.[1]
     Vandaag kwam een Oekraïense handelsdelegatie in Nederland aan en dat is bepaald niet het enige bezoek uit Oekraïne in aanloop naar het referendum. Behalve de minister van Landbouw, die de delegatie leidt, is ook de minister van Financiën vandaag in Den Haag om te praten over het referendum. Zaterdag komt ook nog de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken naar ons land.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Ni hao: koning en koningin spreken in video Chinezen toe” (Zaterdag 24 oktober 2015, 20:29), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Oekraïners massaal naar Nederland voor referendumcampagne” (Woensdag 30 maart 2016, 17:46), NOS