halofiel
- ha·lo·fiel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halofiel | halofielen |
verkleinwoord | - | - |
de halofiel m
- (biologie) een organisme dat in extreem hoge zoutconcentraties kan overleven en zich vermeerderen
stellend | |
---|---|
onverbogen | halofiel |
verbogen | halofiele |
halofiel
- zout aantrekkend, zoutminnend
- Het woord 'halofiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.