halfjaarresultaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • half·jaar·re·sul·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halfjaarresultaat halfjaarresultaten
verkleinwoord halfjaarresultaatje halfjaarresultaatjes

Zelfstandig naamwoord

het halfjaarresultaato

  1. (economie) de winst of het verlies in een halfjaar behaald
    • Het halfjaarresultaat was zeer bedroevend maar gelukkig was het jaarresultaat toch nog positief. 

Gangbaarheid