jaarresultaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jaar·re·sul·taat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar en resultaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarresultaat | jaarresultaten |
verkleinwoord | jaarresultaatje | jaarresultaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het jaarresultaat o
- (economie) de winst of het verlies in een jaar behaald
- Ondanks de enorme verliezen in het afgelopen halfjaar was het jaarresultaat toch nog zeer goed.
Gangbaarheid
- Het woord jaarresultaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.