hakkenei
- hak·ke·nei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakkenei | hakkeneien |
verkleinwoord | hakkeneitje | hakkeneitjes |
- paard dat in telgang gaat (tegelijkertijd de beide rechter benen verzetten en daarna de beide linker benen)
- damespaard
- grappenmaker
- [1] telganger
- Het woord hakkenei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hakkenei" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ hakkenei op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be