damespaard
- Geluid: damespaard (hulp, bestand)
- da·mes·paard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | damespaard | damespaarden |
verkleinwoord | damespaardje | damespaardjes |
het damespaard o
- (paardrijden) een elegant, rustig paard
- ▸ In dezelfde gerekte slag reden zij verder in de richting van de zee, vlak achter elkaar en zo gelijk dat zij samen een enkel wezen waren, een damespaard in eindeloos lome, luie telgang.[1]
- Het woord damespaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.