haarnetje
- haar·net·je
- samenstelling van haar en netje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | haarnetje | haarnetjes |
het haarnetje o dim. tant.
- een dun vlechtsel van draadjes waarmee lang haar bijeengehouden kan worden
- Zij waren om veiligheidsredenen verplicht bij het werk een haarnetje te dragen.
het haarnetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haarnet
- Het woord haarnetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haarnetje" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be