• haag·spel
enkelvoud meervoud
naamwoord haagspel haagspelen
verkleinwoord haagspelletje haagspelletjes

het haagspelo

  1. (letterkunde) (feest) (historisch) in de 15e en 16e eeuw een feestelijke bijeenkomst van rederijkerskamers met wedstrijden in toneel en dichtkunst
    • Landjuweel was een samenkomst van alle Kamers uit het gehele land; een haagspel werd gehouden voor een beperkt aantal Kamers uit een bepaalde streek.  [2]