gymnastiekvereniging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gym·nas·tiek·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gymnastiekvereniging gymnastiekverenigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gymnastiekverenigingv

  1. (sport) vereniging waarvan de leden gymnastiek als sport bedrijven
     Bij GV Sportlust Enschede stopten afgelopen tijd 150 van de ruim 700 leden. Dat heeft twee redenen, ziet voorzitter Saskia Smit van de gymnastiekvereniging. "Enerzijds heeft het te maken met inkomstenverlies, omdat je merkt dat ouders hard worden getroffen door de coronacrisis. Maar het komt vooral doordat de leden zonder normale trainingen en wedstrijden gedemotiveerd raken. Ze vragen zich af waar ze het voor doen."[1]
     Mede om die reden is Boorman momenteel te gast in Nederland. De Amsterdamse gymnastiekvereniging Turnz heeft haar uitgenodigd om haar filosofie en ideeën over te brengen op trainers in ons land. De turnwereld in ons land staat sinds afgelopen zomer onder zware druk. Er lopen meerdere onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag door trainers in de afgelopen decennia. Boorman heeft als coach van onder anderen Simone Biles ruimschoots bewezen dat het ook anders kan.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Sportverenigingen hopen op versoepelingen, want leegloop dreigt” (Zaterdag 8 mei 2021, 19:32), NOS
  2.   Weblink bron “Oud-coach Biles deelt kindvriendelijke aanpak met Nederlandse turnwereld” (Maandag 1 maart 2021, 16:16), NOS