Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gym·nas·tiek·le·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gymnastiekleraar gymnastiekleraars
gymnastiekleraren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gymnastiekleraarm

  1. (onderwijs) (sport) vakdocent lichamelijke oefening op een middelbare school
     Van Gaal bekent onder meer dat hij trainer is geworden omdat hij te ongeduldig was als leraar. "Ik vond het als gymnastiekleraar erg leuk om met jonge mensen te werken. Ook omdat je dan jong blijft. Alleen had ik niet zoveel geduld als leraar. En als leraar moet je wel heel veel geduld hebben. Daarom heb ik de overstap gemaakt naar de sport. Dan kan je veel meer de spelers achter hun vodden aanzitten."[2]
     Na zijn schaatscarrière volgde Kemkers de Academie voor Lichamelijke Opvoeding en werd gymnastiekleraar. Daarna coachte hij de Amerikaanse schaatsploeg en behaalde onverwacht succes met zijn pupillen Chris Witty, Jennifer Rodriguez en KC Boutiette.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Louis van Gaal is geen 'boze en strenge meneer'” (Zondag 29 maart 2015, 16:42), NOS
  3.   Weblink bron “Gerard Kemkers: van zwabbervoet tot succestrainer” (Dinsdag 3 maart 2015, 12:10), NOS