• gsm·en
  • Denominaal afgeleid van gsm.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gsm'en
/ˌɣeʲɛˈzɛmə(n)/
gsm'de
/ˌɣeʲɛˈzɛmdə/
ge-gsm'd
/ɣəˌɣeʲɛˈzɛmt/
zwak -d volledig

gsm'en

  1. inergatief mobiel telefoneren, met een gsm
    • Volgens sommige wetenschappers kan langdurig gsm'en kwalijke gevolgen hebben voor de gezondheid.