grote buidelmarter
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te bui·del·mar·ter
- verbinding van grote en buidelmarter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote buidelmarter | grote buidelmarters |
verkleinwoord | groot buidelmartertje | grote buidelmartertjes |
de grote buidelmarter m
- (buideldieren) Dasyurus maculatus een roofbuideldier uit het geslacht der buidelmarters (Dasyurus). Het was tot de herintroductie van de Tasmaanse duivel in 2020 het grootste roofbuideldier op het Australische vasteland
- Het woord 'grote buidelmarter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.