grootvaderlijk
- groot·va·der·lijk
- afleiding van grootvader met het achtervoegsel -lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grootvaderlijk | grootvaderlijker | grootvaderlijkst |
verbogen | grootvaderlijke | grootvaderlijkere | grootvaderlijkste |
partitief | grootvaderlijks | grootvaderlijkers | - |
grootvaderlijk [1]
- zoals past bij een opa
- ▸ Als Dora terugdenkt aan wat zij als kind over zich heen kreeg als ze alleen maar per ongeluk een glas water had omgestoten, kijkt ze nogal op van de grootvaderlijke tolerantie.[2]
- ▸ Tsering beschrijft het voorval als "onschuldig", "grootvaderlijk" en "liefdevol". Ook benadrukt hij dat de dalai lama door een celibaat en spiritueel leven "voorbij zintuigelijke genoegens" is.[3]
- Het woord grootvaderlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Weblink bron “Tibetaanse leider verdedigt dalai lama na tong-incident” (vrijdag 14 april 2023, 13:34), NOS