grondvreter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grondvreter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grond·vre·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grond en vreter [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grondvreter | grondvreters |
verkleinwoord | grondvretertje | grondvretertjes |
Zelfstandig naamwoord
de grondvreter m
- (medisch) (verouderd) ziekte, neiging of gewoonte om aarde en vooral houtskool te eten. ’de zwelziekte’ (Cachexia aricana)
Gangbaarheid
- Het woord 'grondvreter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.