grondsop
- grond·sop
- In de betekenis van ‘bezinksel van een drank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
- samenstelling van grond en sop [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grondsop | grondsoppen |
verkleinwoord | - | - |
- bezinksel van een drank
- Het grondsop is voor de goddeloozen
Stoett-737 [4]
- Het woord grondsop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "grondsop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ grondsop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.dbnl.org