Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·in·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepsindeling groepsindelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groepsindelingv

  1. indeling in groepen; de keer dat men in een groep wordt ingedeeld
  2. (sport) de indeling van deelnemers van een toernooi in verschillende groepen die onderling wedstrijden spelen
     De groepsindeling van de ATP Finals 2017[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Becker koppelt Federer en Zverev aan elkaar bij ATP Finals” (Woensdag 8 november 2017, 11:35), NOS