groenpootbospatrijs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  groenpootbospatrijs    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• groen·poot·bos·pa·trijs

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  groen bn,   poot zn  en  bospatrijs zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	groenpootbospatrijs	groenpootbospatrijzen
verkleinwoord	groenpootbospatrijsje	groenpootbospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

de groenpootbospatrijs m

1. (hoendervogels) Tropicoperdix chloropus  een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). Deze wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1859 door Edward Blyth. De soort komt voor in Zuidoost-Azië en telt 7 ondersoorten

Hyperoniemen

• fazantachtigen, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'groenpootbospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.