grijsborstmiersluiper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  grijsborstmiersluiper    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• grijs·borst·mier·slui·per

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  grijs bn,   borst zn  en  miersluiper zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grijsborstmiersluiper	grijsborstmiersluipers
verkleinwoord	grijsborstmiersluipertje	grijsborstmiersluipertjes

Zelfstandig naamwoord

de grijsborstmiersluiper m

1. (zangvogels) Epinecrophylla haematonota  een zangvogel uit de familie Thamnophilidae . Er zijn drie ondersoorten waarvan twee eerder als aparte soort werden beschouwd

Hyperoniemen

• schreeuwvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• bruinrugmiersluiper, negromiersluiper

Gangbaarheid

• Het woord 'grijsborstmiersluiper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.