Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gras·par·kiet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grasparkiet grasparkieten
verkleinwoord grasparkietje grasparkietjes

Zelfstandig naamwoord

de grasparkietm

  1. (papegaaiachtigen) Melopsittacus undulatus   vogel behorend tot de papegaaiachtigen die in het wild in grote zwermen in Australië voorkomt. De vogel neemt in Australië toe omdat door menselijk ingrijpen steeds meer leefgebieden ontstaan die geschikt zijn voor deze parkiet. In Korea en Japan bestaan verwilderde populaties. Een verwilderde populatie in Florida (Verenigde Staten) stierf geleidelijk uit en was daar in 2014 helemaal verdwenen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie