grafgift
  • graf·gift
enkelvoud meervoud
naamwoord grafgift grafgiften
verkleinwoord

de grafgiftv / m

  1. (religie) (archeologie) wat men aan de dode meegeeft in zijn of haar graf
     De archeologen schatten dat het zwaard uit het midden van de bronstijd (1400 voor christus) komt. Mogelijk was het zwaard een grafgift. Ook werden er meerdere pijlpunten gevonden. Soortgelijke graven in Beieren uit deze tijd zijn in de meeste gevallen al geplunderd.[2]
     In het grafveld zijn veel luxe grafgiften gevonden. Persoonlijke eigendommen worden zelden aangetroffen, maar de archeologen ontdekten op deze plek rijk versierde bronzen schenkkannen, kledingspelden, haarnaalden, spiegels, een schaar en zelfs een compleet parfumflesje (met inhoud).[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Duizenden jaren oud zwaard gevonden in Duitsland 'dat nog bijna glimt'” (Zaterdag 17 juni 2023, 01:07), NOS
  3.   Weblink bron “Grafveld van vermogende Romeinen gevonden in de Betuwe” (Donderdag 8 maart 2018 2023, 13:12), NOS