gradiënt
- gra·di·ent
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ruimtelijk verloop van een grootheid’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gradiënt | gradiënten |
verkleinwoord | - | - |
de gradiënt m
- (wiskunde) (natuurkunde) mate van verandering van een grootheid per eenheid van lengte, in de richting waarin die verandering het sterkst is (ofwel (nabla inwendig werkend op de vector f))
- Het woord gradiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gradiënt" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gradiënt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gradiënt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be