Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graan·pro·duc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graanproductie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de graanproductiev

  1. (landbouw) de teelt en de oogst van granen
     Afgelopen zomer was er door droogte ook al een tegenvallende graanproductie. De extreem koude Mongoolse winter, die ook wel dzud wordt genoemd, komt daarom extra hard aan.[2]
     De Franse graanproductie is in gevaar en melkveehouders hebben last van slechte weilanden.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Massale veesterfte in Mongolië door extreme winter” (Vrijdag 26 februari 2016, 11:35), NOS
  3.   Weblink bron “Franse boeren kampen met droogte” (Donderdag 12 mei 2011, 21:19), NOS