goudpatser
- Geluid: goudpatser (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑutpɑtsər / (3 lettergrepen)
- goud·pat·ser
- vergelijk Duits Goldpatscher, op te vatten als een samenstellende afleiding van goud zn en patsen ww met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goudpatser | goudpatsers |
verkleinwoord | - | - |
de goudpatser m
- (beroep) (geschiedenis) iemand die een eerder op leer aangebracht laagje zilver zo vernist dat het op goud lijkt; zo ontstaat goudleer dat tussen 1500 en 1800 werd gebruikt als luxe wandbekleding
- Volgens de bronnen werd het leer bewerkt, tot bepaalde afmetingen gesneden en voorzien van een lijmlaag. Hierover werd een dun laagje bladzilver aangebracht dat glanzend werd gewreven, het 'verzilveren'. Op het zilver kwam een eiwitlaag om het zilver te beschermen en daaroverheen werd dan met de hand een vernislaag aangebracht door een zogenoemde "goudpatser". En het was die dunne vernislaag die het zilver deed "veranderen in goud". [1]
- Het woord 'goudpatser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Zanten, M. vanNiks is wat het lijkt (8 maart 2014) op website: bouwhistorie.nl; p. 2; geraadpleegd 2019-01-09