goudgeld

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  goudgeld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• goud·geld

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  goud zn  en  geld zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	goudgeld	goudgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het goudgeld o

1. geld dat bestaat uit gouden munten
2. veel en waardevol geld

   ▸ Juist door het verbod wordt er goudgeld op verdiend.

   ▸ Benzine, diesel en lpg kosten momenteel goudgeld. Daarvan krijgt de stijgende prijs van een vat ruwe aardolie al snel de schuld, maar duurdere of goedkopere brandstof hangt maar ten dele van de olieprijs af. In Nederland bestaat de brandstofprijs namelijk voor een flink deel uit accijns en btw.

3. geld verdient met de goudwinning

   ▸ 'Begroting Suriname mist goudgeld': In Suriname staan honderden miljoenen euro's aan inkomsten uit gouddelving niet op de regeringsbegroting. Dat schrijft de Volkskrant op basis van een eigen analyse.

Synoniemen

• [1] goudstuk

Gangbaarheid

• Het woord goudgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.