• goud·ader
enkelvoud meervoud
naamwoord goudader goudaders
goudaderen
verkleinwoord goudadertje goudadertjes

de goudaderv / m

  1. een plaats waar een verhoogde concentratie goud in de grond zit
    • De waarde van goudgeologen bleek in de jaren zeventig. Voor het eerst werd goud ontdekt dat met het blote oog niet te zien was. De geologen die de goudader in Nevada vonden, maakten dit tot de grootste vondst in de Verenigde Staten. Sindsdien zoeken geologen met hun kaarten en rijdende laboratoria naar nieuwe aders. [2] 
  2. figuurlijk een plaats waar veel geld te verdienen is
    • Volgens accountants van PricewaterhouseCoopers verdwijnen ongeveer 100.000 banen in de financiële sector als direct gevolg van de Brexit. Daarmee zou voor een groot deel de goudader van de Londense vastgoedwereld verdwijnen. Voor de 'gewone' burger hebben de dalende prijzen op termijn mogelijk een gunstig effect, als wonen in Londen niet alleen meer is weggelegd voor de superrijken. [3] 
91 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]