cirkel met daarin een aantal goniometrische waarden getekend
  • go·nio·me·trie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoekmeetkunde’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • uit het Grieks [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord goniometrie
verkleinwoord

de goniometriev [3]

  1. dat deel van de wiskunde dat zich richt op hoeken en de metingen die men daaraan kan verrichten
    • 'Met barokmuziek en totale ontspanning kunnen...' Titi las de flaptekst van het boek, 'informatiestromen verdriedubbeld worden... en je leert dus drie keer zoveel. Drie keer zo snel. Alles!' Wat keek hij toch enthousiast. Hij begon weer te lezen. 'Dr. G.B.J. Bitov leerde zijn witte muizen achtereenvolgens Duits, Chinees en goniometrie.[4] 
    • Hoe nu? De oplossing komt van twee kanten. In de eerste plaats is er het simpele feit dat wij vanaf onze hoge plaats op de aardbol (52 graden boven de evenaar) de satellieten zo’n 7,5 graden onder de hemelequator geprojecteerd zien. Het valt met simpele goniometrie uit te rekenen en het zit hem in die 6,6 aardstralen, waren dat er 660 geweest dan hadden we de satelliet wel op de equator gezien. [5] 
70 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[6]