gongslag
  • gong·slag
enkelvoud meervoud
naamwoord gongslag gongslagen
verkleinwoord

de gongslagm

  1. (muziek) geluid dat men hoort als men op een hangend bekken slaat
     Hij wist intussen dat die gongslag de schitterendste dagen van zijn leven had ingeluid.[2]
     Met een gongslag op de beurs in Amsterdam is vanochtend de handel in Rabobank Certificaten ingeluid. Het is voor het eerst dat de certificaten vrij verhandelbaar zijn. Tot nu toe konden alleen leden van de Rabobank ze kopen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron “Beurshandel Rabobank gestart” (27-01-2014), NOS