Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • golf·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord golftoerisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het golftoerismeo

  1. (sport) hierbij boeken mensen een speciale golfvakantie of verblijven in de buurt van een golfbaan

Gangbaarheid

Meer informatie