gokverslaafde
- gok·ver·slaaf·de
- samenstelling van gok ww en verslaafde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gokverslaafde | gokverslaafden |
verkleinwoord | - | - |
de gokverslaafde m
- iemand die verslaafd is aan het wedden
- Een gokverslaafde raakt vaak in grote financiële problemen.
- ▸ In vergelijking met andere gokverslaafden was het risico hanteerbaar, als ze de aandelen tenminste niet gingen belenen om nieuwe te kopen en die dan weer te belenen.[1]
1. iemand die verslaafd is aan het wedden
gokverslaafde
- verbogen vorm van de stellende trap van gokverslaafd
- Het woord gokverslaafde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149