Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goed·ge·traind
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen goedgetraind
verbogen goedgetrainde
partitief goedgetrainds

Bijvoeglijk naamwoord

goedgetraind

  1. een hele goede conditie hebbend
     Alsof voetbal een kermisattractie voor getikte Aziatische geestelijken is, en niet voor goedgetrainde westerse kerels.[1]
  2. heel bekwaam zijn
     Als ex-marinier en voormalig lid van de Bijzondere Bijstands Eenheid, die wordt ingezet bij geheime militaire operaties, is S. een goedgetraind schutter.[2]
     Op school volgt hij eerst handel, daarna gaat hij naar de rijkswachtschool. B. begint zijn carrière bij de rijkswacht in 1972 en komt vrij snel bij Groep Diane terecht, het eliteteam met goedgetrainde, zwaargewapende manschappen.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Foppe op Tuvalu” (17/06/2011), HP de Tijd
  2.   Weblink bron “Opnieuw levenslang geëist tegen Paul S.” (18-01-2005), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron
    Eline Bergmans
    “Wat we al weten over ‘de Reus’” (24 oktober 2017), De Standaard