goederenexport
- goe·de·ren·ex·port
- samenstelling van goederen zn en export zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goederenexport | goederenexporten |
verkleinwoord |
de goederenexport m
- (economie) verkoop van zaken die men kan bezitten aan buitenlandse afnemers
- ▸ Goederenexport: Ook bij de boeren is de opluchting groot. "Voor boeren en tuinders is de deal belangrijk", zegt LTO Nederland. De land- en tuinbouworganisatie vindt het wel spannend of alles na 1 januari loopt zoals het hoort. "Een vracht kip, tomaten of tulpen kan niet een paar dagen aan de grens wachten vanwege gedoe met douaneformulieren, vertraagde keuringen of andere problemen."[1]
- ▸ De EU is als landengroep veruit de grootste exportpartner van Turkije: het ontvangt precies de helft van alle Turkse goederenexport. Vorig jaar ging het om ruim 77 miljard euro.[2]
- ▸ Het aandeel van China in de wereldeconomie groeit snel. De goederenexport van Nederland naar China is tussen 2001 en 2017 van 1 miljard naar jaarlijks voor 11 miljard euro gestegen. Nederland importeert jaarlijks voor 36 miljard euro uit China.[3]
- Het woord goederenexport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Nederlandse bedrijven opgelucht over handelsdeal met VK” (Donderdag 24 december 2020, 17:50), NOS
- ↑ Weblink bron “EU denkt aan sancties tegen Turkije, hoe groot zijn de gevolgen?” (Zondag 13 oktober 2019, 22:55), NOS
- ↑ Weblink bron “Kabinet: niet langer goedgelovig over China, maar 'maakt geen keuzes'” (Woensdag 15 mei 2019, 11:04), NOS