gloxinia
- gloxi·nia
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1889 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gloxinia | gloxinia's |
verkleinwoord | - | - |
- (bloemplanten) een geslacht van sierplanten uit de familie Gesneriaceae . De soorten komen voor in de tropische delen van Centraal-Amerika en Zuid-Amerika en hebben zachte bladeren en grote, gekleurde bloemen
- Het woord gloxinia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gloxinia" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gloxinia" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gloxinia op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be