• gi·ta·rist
enkelvoud meervoud
naamwoord gitarist gitaristen
verkleinwoord

de gitaristm

  1. (muziek) (beroep) een musicus die een gitaar bespeelt
     Er was vaak een gitarist, die niet echt goed was, maar prima overweg kon met de basisakkoorden voor Bobs ‘Blowing in the Wind’.[1]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be