Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gin·gen dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtgaan

gingen (…) dicht

  1. meervoud verleden tijd van dichtgaan
    • Wij gingen dicht. 
    • Jullie gingen dicht. 
    • Zij gingen dicht. 

Gangbaarheid