gingen dicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gingen dicht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɪŋə(n) ˈdɪxt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- gin·gen dicht
Woordherkomst en -opbouw
- uit gingen (werkwoord) en dicht (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtgaan |
gingen (…) dicht
- meervoud verleden tijd van dichtgaan
- Wij gingen dicht.
- Jullie gingen dicht.
- Zij gingen dicht.
- Wij gingen dicht.
Gangbaarheid
- Het woord gingen dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.