Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gil·de·bord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gildebord gildeborden
verkleinwoord gildebordje gildebordjes

Zelfstandig naamwoord

het gildebordo

  1. identificerend bord van een gilde, later in de kerk opgehangen
    • De Maassluisse kleermakers konden niet bij de vissers achterblijven, dus schonken zij in 1650 een gildebord 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen