gijzelingszaak

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gijzelingszaak    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gij·ze·lings·zaak

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gijzeling zn  en  zaak zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gijzelingszaak	gijzelingszaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gijzelingszaak v / m

1. keer dat een persoon gegijzeld is; rechtszaak betreffende een gijzeling

   ▸ Inmiddels zou volgens onbevestigde berichten een tweede persoon zijn gearresteerd in deze gijzelingszaak, een 17-jarige die mogelijk bevriend is geweest met de gijzelnemer. Gisteravond werd al de vermoedelijke vriendin van de dader opgepakt.

   ▸ Revanche op het WK van 1994 krijgt Higuita niet. Vlak voor dat WK moet hij voor een paar maanden de gevangenis in omdat hij heeft bemiddeld in een gijzelingszaak. Colombia's bekendste drugsbaron Pablo Escobar heeft de dochter van zijn grootste concurrent laten ontvoeren. Higuita fungeert als koerier om het losgeld af te leveren (64 duizend dollar). Daarmee overtreedt hij de wet.

   ▸ In de gijzelingszaak staat een hele familie van zeven personen terecht, afkomstig uit Afghanistan. Vier hoorden gisteren al twee jaar cel tegen zich eisen waarvan een half jaar voorwaardelijk.

Gangbaarheid

• Het woord gijzelingszaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.