gierenoog
- gie·ren·oog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gierenoog | gierenogen |
verkleinwoord | gierenoogje | gierenoogjes |
het gierenoog o
- iemand met een zeer scherpe blik
- Het woord 'gierenoog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gierenoog" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be