ghostwriter
  • ghost·wri·ter
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘die voor een ander teksten schrijft’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ghostwriter ghostwriters
verkleinwoord

de ghostwriterm

  1. (beroep), (letterkunde) iemand die voor iemand anders teksten schrijft, terwijl die andere abusievelijk doorgaat voor de auteur
    • De politicus heeft zijn autobiografie laten schrijven door een ghostwriter. 


enkelvoud meervoud
ghostwriter ghostwriters

ghostwriter

  1. (beroep), (letterkunde) ghostwriter