gezondheidstoerisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidstoerisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gezondheidstoerismeo

  1. het bezoeken van plaatsen en/of gebieden buiten het eigen woongebied ter bevordering van de mentale of fysieke gezondheid
    • dit jaar gaan we voor gezondheidstoerisme in Mariënbad 

Gangbaarheid

Meer informatie