gezondheidsrisico

  • ge·zond·heids·ri·si·co
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsrisico gezondheidsrisico's
verkleinwoord

gezondheidsrisico m / o

  1. iets wat een grotere kans op ziektes of aandoeningen veroorzaakt
    • Een gezondheidsrisico is dat niet direct, maar die bedrijven kunnen dan nog niet het certificaat krijgen dat ze fipronilvrij zijn en dat kan problemen opleveren voor de export. [1] 
    • Wanneer de werknemers plezier in hun werk hebben en graag méér werken, blijkt er zelfs een kleiner gezondheidsrisico te zijn dan bij mensen die zich aan de normale werkuren houden. Werk doen dat je heel leuk vindt, blijkt dus ook in de overuren je gezondheid niet te schaden. [2] 
    • Het RIVM wijst erop dat het aanhoudend warme weer vooral een gezondheidsrisico vormt voor ouderen, chronisch zieken en mensen met overgewicht. Ook mensen die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen hebben op warme dagen meer aandacht van anderen nodig om voldoende te drinken en koel te blijven. [3]