• ge·vreesd
vervoeging van: vrezen…
verbogen vorm: gevreesde

gevreesd

  1. voltooid deelwoord van vrezen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gevreesd gevreesder gevreesdst
verbogen gevreesde gevreesdere gevreesdste
partitief gevreesds gevreesders -

gevreesd

  1. van iets of iemand dat mensen er bang voor zijn
     De Touretappe van donderdag eindigt op een gevreesde Vogezentop. Die onvervalste muur zal de eerste schifting in de Tour doorvoeren.[1]
     En hij had hopelijk zowel geamuseerd als humoristisch verteld over de gevreesde sociaaldemocratische machtsovername in Saltsjôbaden.[2]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be