• ge·voe·lig·heid

degevoeligheidv

  1. een aandoenlijkheid
    • Hij heeft een ziekelijke gevoeligheid voor kou gehad. 
  2. de nauwkeurigheid van instrumenten
    • De gevoeligheid van die meter is groot. 
  3. de lichtgevoeligheid van een film
    • Die film had veel last van gevoeligheid. 
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be