gevoeligheid
- ge·voe·lig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevoeligheid | gevoeligheden |
verkleinwoord | gevoeligheidje | gevoeligheidjes |
de gevoeligheid v
- een aandoenlijkheid
- Hij heeft een ziekelijke gevoeligheid voor kou gehad.
- de nauwkeurigheid van instrumenten
- De gevoeligheid van die meter is groot.
- de lichtgevoeligheid van een film
- Die film had veel last van gevoeligheid.
1. een aandoenlijkheid
2. de nauwkeurigheid van instrumenten
3. de spanning van een film
- Het woord gevoeligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevoeligheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be