gevechtsuitrusting

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gevechtsuitrusting    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·vechts·uit·rus·ting

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gevecht zn  en  uitrusting zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gevechtsuitrusting	gevechtsuitrustingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gevechtsuitrusting v

1. (militair) materiaal dat een militair tot zijn beschikking heeft tijdens een militair gevecht

   ▸ "Het NAVO-lidmaatschap is voor ons een kwestie van leven of dood", zegt Oleksandr Holopeteljoek in gevechtsuitrusting vanuit Bachmoet via een videoverbinding. "Wij hebben hier Amerikaanse tanks, we gebruiken ze al maanden en kennen ze door en door." Misschien wel beter dan de NAVO-bondgenoten zelf. "Zij oefenen in vrede, wij noodgedwongen in oorlog."

   ▸ Iedere dag voert hij meerdere 'missies' uit, zoals hij het noemt. "Gisteren moest ik eerst gevechtsuitrusting van een garage naar militairen brengen, daarna alleen een paar pakken melk." Ook heeft hij de diesel uit de motoren van zijn rijschool gehaald om aan de strijdkrachten te geven.

   ▸ De militaire vakbond VBM heeft felle kritiek op het aankoopbeleid van Defensie omdat voor een nieuwe gevechtsuitrusting te weinig helmen zijn besteld. Daardoor krijgen 18.000 militairen geen helm. Ze moeten er een lenen als ze moeten oefenen of als ze plotseling op missie worden gestuurd. Volgens de legerbond is dat te gek voor woorden.

Gangbaarheid

• Het woord gevechtsuitrusting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.