gevechtsgroep
- ge·vechts·groep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevechtsgroep | gevechtsgroepen |
verkleinwoord |
- (militair) groep militairen die zelfstandig een gevecht kan aangaan; groep strijders
- ▸ Op deze plek aan de Middellandse Zee hield de marine gisteren ook al een aanval tegen waarbij veel Palestijnen zouden zijn omgekomen die met boten probeerden Israël te bereiken. Door de aanvallers vanaf zee onder vuur te nemen kon worden voorkomen dat een gevechtsgroep de grens overstak. Ook werd een tractor gestopt die de grensmuur wilde slopen.[1]
- ▸ De 3600 Nederlandse militairen werken bij de NAVO-oefening samen met de Duitsers. Daarnaast bereidt de oefening de krijgsmacht voor op deelname aan de multinationale gevechtsgroep die vanaf maart als vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen is.[2]
- Het woord gevechtsgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Honderden strijders gedood, tientallen arrestaties'” (Zondag 8 oktober, 09:57), NOS
- ↑ Weblink bron “Amerikaanse militairen in Polen voor bescherming Oost-Europa” (Donderdag 12 januari 2017, 18:14), NOS