Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geur·proef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geurproef geurproeven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geurproefv / m

  1. methode waarbij een hond de geur van een voorwerp en en geur van mogelijke verdachten met elkaar vergelijkt
     Bij de geurproef ruikt de hond aan bijvoorbeeld een moordwapen. Daarna moet het dier langs een rij met stalen buisjes, waarvan er twee zijn vastgehouden door de verdachte. Als de hond tot twee keer toe de geur van de verdachte herkent, kon het als bewijs worden gebruikt.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “OM stopt met geurproef door honden” (Vrijdag 22 april 2011), NOS