getuigenverhoor
- ge·tui·gen·ver·hoor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | getuigenverhoor | getuigenverhoren |
verkleinwoord |
het getuigenverhoor o
- het bevragen van een getuige door de rechter tijdens een rechtszaak
- ▸ En was er iets wat hij wilde vragen? Hij trok de stoel voor haar naar achteren zodat zij als eerste kon gaan zitten en zei dat hij de zitting liever in het Duits volgde en dat hij op het ogenblik niets te vragen had omdat de zitting van vandaag voor zover hij wist helemaal gewijd zou zijn aan het getuigenverhoor van professor Widukind Lenz, nietwaar? Dat zou aanzienlijk meer tijd in beslag nemen dan de zitting van vandaag, snoof ze.[2]
- Het woord getuigenverhoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535