Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tal·len·reeks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord getallenreeks getallenreeksen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de getallenreeksv / m

  1. (wiskunde) een rij getallen
     Hij pakt het boekje en het potlood van het tafeltje, tuurt naar de getallenreeksen en begint in hoog tempo de lege vakjes in te vullen.[1]
     Om precies negen minuten over negen is er vanochtend sprake van een fraaie getallenreeks: 09.09 uur, op 09.09.09. We vragen lezers van onze krant om dat tijdstip vast te leggen.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2.   Weblink bron “Uw wereld op 09-09, negen over negen” (08-09-2009), Tubantia