Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spreks·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gesprekskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gesprekskostenmv

  1. uitgaven die men doet per telefoongesprek

Gangbaarheid