Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geschal
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het geschalo

  1. (muziek) het luide geluid van een trompet of hoorn
    • Het luide geschal van trompetten en hoorns maakte iedereen wakker. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be