geschal
- ge·schal
- Naamwoord van handeling van schallen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geschal | |
verkleinwoord |
het geschal o
- (muziek) het luide geluid van een trompet of hoorn
- Het luide geschal van trompetten en hoorns maakte iedereen wakker.
- Het woord geschal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geschal" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be