geronnen
- ge·ron·nen
stellend | |
---|---|
onverbogen | geronnen |
verbogen | |
partitief | geronnens |
geronnen [3]
- van bloed dat uit het lichaam is gestroomd, dat het gestold is
- Men toonde de gewonde man zijn gelaarsde, met geronnen bloed overdekte geamputeerde been. Oh! Ooooh! snikte hij als een vrouw. De dokter, die voor de gewonde man stond en hem aan vorst Andrejs gezicht onttrok, ging opzij.[4]
- Het volgende dat ik me herinner is dat ik in een gang op een brancard lag. Ik had geronnen bloed en verband op de rug van mijn handen en op mijn elleboog. Ik dacht dat ik misschien was gevallen en ergens op de administratie van de campus was. Ik was heel kalm en vroeg me af waar mijn zus was. Een assistent legde uit dat ik was aangerand. [5]
- Zo gewonnen, zo geronnen.
geld dat men snel wint raakt men ook vaak gauw weer kwijt ofwel: als iets heel makkelijk is komen aanwaaien dan is het verlies ervan niet zo erg
- Het woord geronnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geronnen" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "geronnen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ geronnen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tolstoj, L.N.Oorlog en Vrede Vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes 2006 ISBN 9028240462 pagina pagina 1038
- ↑ NRC 8 juni 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be